We bespreken hier de rekening 2024 en de aanpassing van het meerjarenplan.

We zien dat de financieel directeur en haar dienst het geld goed beheren. De rekeningen kloppen, de jaarrekeningen zijn in evenwicht. De autofinancieringsmarge en gecorrigeerde autofinancieringsmarge zijn beide hoger dan voorzien in het meerjarenplan.

De autofinancieringsmarge is beter dan voorzien in het meerjarenplan. Maar laat ons eerlijk zijn, dat heeft vooral te maken met de lage realisatiegraad.  Aan de inkomstenzijde zien we een stijging van de middelen: inkomsten uit gemeentefonds stijgen, onze Stad blijft groeien en ook dat zorgt voor meer inkomsten. Tijdens de vorige legislatuur werd beslist om de belastingen te verlagen. Hoewel niemand graag belastingen betaalt, wil ik hier vandaag toch even wijzen op de gevolgen. Lokale belastingen zijn geen doel op zich, maar een essentieel middel om een sociaal rechtvaardig, duurzaam en leefbaar Deinze mogelijk te maken.

Een stijgend aantal inwoners stelt ons ook voor bijkomende uitdagingen. Inzake mobiliteit. Inzake onderwijs en kinderopvang. Inzake zorg. Inzake samenleven.

Wat we nu vaststellen, is dat een aantal belangrijke investeringen op de lange baan worden geschoven. Inwoners smeken om betere infrastructuur, veilige voet- en fietspaden, groene publieke ruimte.  De huidige context vraagt ook dat we investeren in leefkwaliteit en klimaatweerbaarheid. Nu stellen we vast dat opnieuw essentiële projecten, zoals de verdere aanleg van rioleringen en noodzakelijke investeringen in duurzame mobiliteit, worden uitgesteld. We zijn tevreden om vandaag in de pers te lezen dat Deinze over een hemelwater- en droogteplan beschikt dat ons in staat stelt om subsidies aan te vragen voor rioleringswerken.

Het gaat enerzijds over een middelenkwestie, maar wij vragen ons ook af of er een capaciteitsprobleem is. Is er voldoende capaciteit in de stad om de voorziene projecten op de wereld te krijgen?  Wat personeelsbeleid betreft: de stijging van de personeelskost met bijna 3 miljoen euro en de toename van tewerkstelling zijn op zich positief. Want om de sociale en ecologische transitie waar te maken, is voldoende en goed opgeleid personeel onmisbaar. Maar we stellen tegelijk vast dat de personeelsuitgaven nog altijd onder de voorziene budgetten blijven. Kan het dat bepaalde projecten niet uitgevoerd raken bij gebrek aan handen en hoofd?

Wij willen hier vandaag dan ook een warme oproep doen om te blijven investeren in wat écht telt. Geen beleid van verlagen van cijfers in de marge, maar wel van keuzes die onze inwoners op lange termijn ten goede komen. Als we zien dat er op sociaal vlak een tussenkomst is van de stad in het gecumuleerd verlies van het OCMW, goed voor 5,56 miljoen euro, dan toont dat duidelijk aan dat we een groep inwoners hebben die het moeilijk heeft en ondersteuning nodig heeft. Dit vraagt niet om lapmiddelen, maar om structurele investeringen in betaalbare huisvesting, toegankelijke zorg, buurtwerking en welzijn. De uitdagingen zijn groter dan ooit. Bovendien zien we een grote impact op de lokale besturen door inkrimpen of afschaffen van middelen vanuit  Vlaanderen voor thema’s zoals sociaal beleid en klimaatbeleid. 

We kijken uit naar het meerjarenplan 26-31 om te zien hoe deze uitdagingen zullen aangepakt worden.

Annick