Ruimtelijke ordening heeft als doel om verschillende ruimtevragen en maatschappelijke doelstellingen een plaats, een gebruiksruimte te geven.
Onze open ruimte is schaars en vraagt een goed beheer voor de huidige generatie, maar zonder de behoeften van onze toekomstige generaties in het gedrang te brengen. Ruimtelijke ordening heeft invloed op bijna alle aspecten van ons dagelijks leven. Het bepaalt hoe onze steden en dorpen er uitzien en functioneren, en draagt bij aan een fijne en gezonde leefomgeving.
De ruimtelijke ordening vormt één van de grootste uitdagingen voor de toekomst. Ruimtelijke ordening is een zaak van leefbaarheid, klimaatvoorbereiding en natuurbehoud. Het is een zoektocht naar efficiënt gebruik van de beschikbare ruimte.
Met Groen en Vooruit zeggen wij Ja! voor een leefbare, duurzame en sociaal rechtvaardige inrichting van de ruimte.
Thema II: Ruimte
Open ruimte
Groen & Vooruit zet zich in voor een leefbare en duurzame stad door nieuwe woningen te concentreren rond dorpskernen en het stadscentrum, waarbij bossen en open ruimtes behouden blijven.
Er wordt ingezet op stedelijke verdichting en milieuvriendelijke ontwikkelingen, met een verbod op bouwen in overstromingsgevoelige gebieden. Ouderen worden aangemoedigd om tijdig te verhuizen naar betaalbare woningen nabij voorzieningen, wat ruimte creëert voor gezinnen met kinderen. Een leegstandsbeleid moedigt de herbestemming van gebouwen aan, en de openbare ruimte wordt ingericht met de mens centraal, waar voetgangers en fietsers voorrang krijgen. De stad ondersteunt het behoud van kleine landschapselementen om de biodiversiteit te bevorderen en houdt rekening met de kind- en seniorennorm voor een toegankelijke en veilige leefomgeving voor iedereen.
- Focus op de kernen. Onze stad concentreert nieuwe woningen rond de dorpskernen en het stadscentrum, met een sterke nadruk op het behoud van bossen en open ruimte. We stimuleren stedelijke verdichting door woningbouw en renovaties op publieke gronden. Als stad streven we naar rechtvaardige en toegankelijke woonmogelijkheden voor iedereen, zonder nieuwe verharding toe te voegen, tenzij elders een gelijke of grotere oppervlakte aan verharding wordt verwijderd of gecompenseerd. Door nieuwe ontwikkelingen te koppelen aan strenge milieudoelstellingen en ruimtelijke planningsprincipes, promoten we een leefbare, duurzame en sociaal rechtvaardige inrichting van de ruimte.
- Dienstverlening in de kernen. Verdichten gebeurt op maat van de draagkracht van de dorpskernen, en vraagt een goed strategisch beleid om de sociale dienstverlening zoals kinderopvang, onderwijs en ouderenzorg daarop af te stemmen.
- Bouwverbod. Er komt een bouwverbod in overstromingsgevoelige zones met een garantie op onmiddellijke en lokale herhuisvesting voor de getroffen families.
- Woonmobiliteit voor ouderen. We zetten in op betaalbare woningen op maat van ouderen op loopafstand van winkels, ontmoetingsplekken en andere voorzieningen. We sensibiliseren ouderen op om tijd te verhuizen in functie van hun levenskwaliteit. Deze verhuisbeweging maakt meer gezinswoningen beschikbaar voor gezinnen met jonge kinderen. We voorzien ook vormen van collectief wonen voor ouderen.
- Leegstandsbeleid. Het belasten van eigenaars van leegstaande gebouwen is een stimulans om deze gebouwen weer in gebruik te nemen. Door eigenaars aan te moedigen om hun leegstaande panden te renoveren en beschikbaar te stellen voor bewoning, kunnen we de beschikbare ruimte optimaal benutten.
- De mens centraal. De mens en niet de auto staat centraal in de openbare ruimte. We willen een openbare ruimte waar het plezant is om te verblijven. Auto’s zijn er welkom, als ze bereid zijn letterlijk plaats te maken voor wandelaars en fietsers.
- Kleine landschapselementen. De stad biedt praktische en financiële ondersteuning voor het behoud van landschapselementen. Dit omvat subsidies voor het onderhoud van hagen en knotwilgenrijen, inclusief de beschikbaarstelling van materiaal zoals hakselaars. Zowel landbouwers als particulieren met veel knotwilgen komen in aanmerking voor deze subsidie. Daarnaast ondersteunt de stad ook de natuurvriendelijke aanleg van poelen. Op gronden van de stad en het OCMW worden zo veel mogelijk kleine landschapselementen aangelegd om de biodiversiteit te bevorderen.
- Kind- en seniorennorm. Bij de inrichting van de openbare ruimte gaan wij uit van de meest kwetsbare weggebruikers, door de kindnorm en seniorennorm als uitgangspunt te nemen. Wat goed is voor kinderen, senioren, jonge ouders met een kinderwagen, is ook aangenaam en veiliger voor alle weggebruikers en buurtbewoners. Een ander accent is de toegankelijkheid voor personen met een beperking.

Levendige dorpskernen
Bij Groen & Vooruit ondersteunen we startende buurtwinkels met vestigingspremies om de lokale economie in de deelgemeenten te stimuleren. We zetten in op een uitgebreid netwerk van trage wegen om de deelgemeenten met elkaar en met de centrumfuncties van Deinze en Nevele te verbinden. Dit netwerk maakt wandelen en veilig verplaatsen mogelijk en brengt bewoners dichter bij de natuur. Daarnaast transformeren we dorpskernen met straten op mensenmaat, zoals speel- en leefstraten, en creëren we kindvriendelijke routes die scholen en speelplekken verbinden. Met een zitbankenplan willen we de stad gezelliger maken door strategisch geplaatste, comfortabele banken die sociaal contact bevorderen.
- Starters ondersteunen. We kiezen voor vestigingspremies aan startende buurtwinkels, dat doet een nieuwe wind waaien in de kleine woonkernen van de deelgemeenten.
- Netwerk van trage wegen. Trage wegen zorgen ervoor dat de inwoners optimaal kunnen genieten van de open ruimte. We hebben nog veel werk om een netwerk van trage wegen verder uit te bouwen. Trage wegen zijn ideaal om er te gaan wandelen op een zonnige zondagmiddag. En we kunnen ze ook gebruiken om ons snel en veilig te verplaatsen en onderweg nog wat groen mee te pikken. Al onze deelgemeenten zouden door trage wegen moeten verbonden zijn met elkaar en met de centrumfuncties van Deinze en Nevele. De stad zet daarom in op een ambitieus trage-wegenplan. Dit is niet enkel een status quo, maar er wordt actief gezocht naar mogelijkheden tot het heropenen van verdwenen trage wegen en het creëren van nieuwe trage wegen die een missing link vormen.
- Straten op mensenmaat. Zeker in de dorpskernen gaan we voor straten op mensenmaat. We denken hierbij aan speelstraten tijdens de schoolvakanties en leefstraten. Een leefstraat is een straat die voor een bepaalde periode afgesloten en met buitenmeubilair en planten ingericht wordt tot een gezellige ontmoetingsplaats voor de bewoners. Voor de kinderen zorgen we voor een kindweefsel. Dat is een kindvriendelijke route in de wijk die speelplekken, scholen en andere kinderbestemmingen met elkaar verbindt.
- Zitbankenplan. Met een zitbankenplan maken we ruimte voor een goede babbel. We streven ernaar om voldoende zitbanken doorheen de stad te creëren en richten de publieke ruimte zo in dat deze geen bron van overlast maar van sociaal contact vormen. We zorgen er bovendien voor dat alle banken ergonomisch ontworpen zijn om het zitcomfort te maximaliseren. We bieden vanuit de gemeente gevelbanken aan om het sociaal contact in de buurt te versterken.

Lokale economie en werk in eigen streek
We richten ons op het versterken van lokale handelaars en het bevorderen van een dynamische dorpskern. Door bevragingen en de adviesraad lokale economie willen we inspelen op de behoeften van onze handelswijken.
We ondersteunen kleine ondernemers, maatwerkbedrijven, en korte ketens, en bieden via een stedelijk ondernemersloket en co-workingplaatsen hulp en samenwerking. Onze stad geeft de voorkeur aan levendige winkelbuurten in het centrum en de deelgemeenten, zonder uitbreiding van grote winkelcentra. Met een start-up-wedstrijd en een aankoopbeleid dat lokale handelaars ondersteunt, streven we naar een inclusieve en duurzame economie.
- Participatie. Wij willen de nieuwe legislatuur inzetten met een grondige bevraging in alle handelswijken en op de bedrijventerreinen. Alleen zo kan het beleid gericht inspelen op de noden en opportuniteiten. De adviesraad lokale economie levert hieraan een bijdrage en heeft echt invloed op het beleid.
- Lokale economie. Essentieel bij het streven naar levendige dorpskernen zijn de lokale handelaars. Een dorp zonder bakker, beenhouwer, bank en dergelijke zal langzaam doodbloeden. We willen dan ook alles inzetten op deze kleine, lokale handelaars en op de korte ketens tussen producent en consument. Lokaal verankerde ondernemingen en KMO ‘s zorgen voor duurzame werkgelegenheid. Ze spelen een belangrijke rol in het lokaal weefsel.
- Sociale economie. De maatwerkbedrijven (vb. Demival) op ons grondgebied, bieden veel tewerkstellingskansen voor mensen die het moeilijk hebben op de reguliere arbeidsmarkt. We ondersteunen deze bedrijven door samenwerking aan te gaan en als stad zelf klant te zijn.
- Stedelijk ondernemersloket. We zien de stad een actieve rol spelen om hen te ondersteunen, de onderlinge uitwisseling te bevorderen en om hen met lokale actoren zoals buurtbewoners, scholen en verenigingen in contact te brengen. Op die manier willen we ondernemers versterken, waarderen en hen een duidelijke stem geven. Ondernemers kunnen daarvoor met hun vragen terecht in één stedelijk ondernemersloket. We besteden bijzondere aandacht aan ondernemers die extra barrières moeten overwinnen.
- Co-workingplaatsen. De stad faciliteert initiatieven i.v.m. buurtversterkende co-workingplaatsen. Op zo een locatie kunnen zelfstandigen, thuiswerkers, freelancers, … samen een werkplek delen. Mensen ontmoeten elkaar daar, werken kostenbesparend en stimuleren elkaar. In de deelgemeenten kan dit bijvoorbeeld in de gemeenschapszalen of in herbestemde kerken.
- Aankoopbeleid in functie van de lokale handel. Waar mogelijk voert de stad een aankoopbeleid dat de lokale handelaars kan ondersteunen. Een concreet voorbeeld is de aankoop van boeken door de bibliotheek. Het opsplitsen van de opdracht zorgt ervoor dat lokale boekhandels kunnen meedingen. Hetzelfde wordt mogelijk gemaakt voor de lokale drankenhandelaars. De stad is bovendien ook een consument van de lokale economie. We bieden alle nieuwe inwoners een aantal streekproducten aan. Zelf gebruiken we ook streekproducten.
- Levendige winkelbuurten. Wij focussen op lokale initiatieven met een meerwaarde voor de burgers en niet voor de multinationals. Met twee shoppingcentra buiten het centrum en het aantal baanwinkels, is Deinze op dat vlak verzadigd. Nog meer investeren in grote winkels buiten het centrum is nefast voor onze centrumstraten. Wij kiezen voor levendige winkelbuurten in het centrum en onze deelgemeenten.
- Dynamische dorpskernen. Ons lijkt het interessant om een deel van dit budget te voorzien voor een start-up-wedstrijd. Ondernemers kunnen met hun idee intekenen voor de wedstrijd en kunnen op die manier een coaching winnen door een ervaren ondernemer. De vestiging hoeft dan niet meer het centrum van Deinze te zijn, maar kan in alle deelgemeenten. Op die manier werken we aan de dynamiek van alle dorpskernen.

Een duurzame economie
We zetten in op een sterke lokale economie door korte ketens te bevorderen, waarbij lokale productie direct aan consumenten wordt verkocht. De deeleconomie en gemeenschapslandbouw worden ondersteund om samenwerking en duurzaamheid te versterken.
We stimuleren circulaire en coöperatieve economieën, waarbij hergebruik en duurzame energieprojecten centraal staan. Ook investeren we in een lerende economie door samenwerking tussen ondernemers en scholen te bevorderen.
Ons horecabeleid richt zich op innovatie en samenwerking, terwijl we werkgelegenheid vergroten, onbetaald werk waarderen, en discriminatie op de arbeidsmarkt bestrijden, met sociale clausules in overheidsopdrachten.
- Korte keten. We willen vooral de korte productketens bevorderen. Verkoop aan particulieren bij de producent verdient alle aandacht. Nieuwe vormen van bedrijfsvoering (zelfplukboerderijen, etc.) worden extra gestimuleerd. We opteren voor vormen van groepsaankoop, waarbij de offertes gemaakt worden door de KMO ’s in eigen stad.
- Deeleconomie. We zien verschillende mogelijkheden voor het onder de burgers delen van diensten, producten en goederen: autodelen, ruilbeurzen, Lets … en ondersteunen dan ook deze initiatieven. We maken deze ook toegankelijk voor de meest kwetsbare doelgroepen. De initiatieven van ouders om kinderopvang te organiseren via bijspelen (Cokido) is een creatieve manier om flexibel opvang te organiseren in maximale afstemming met de jobs die ouders hebben.
- Gemeenschapslandbouw. We stimuleren de gemeenschapslandbouw of community-supported agriculture (CSA), als vorm van samenwerking tussen burgers en lokale landbouwers. Burgers betalen jaarlijks een bijdrage om de productiekosten van het landbouwbedrijf te kunnen dekken. In ruil krijgen ze een deel van de opbrengst. Dit staat naast de zelfplukinitiatieven, die ook een belangrijke plaats innemen in onze economie, maar niet voor iedereen haalbaar zijn. Ook het materiaal van de stad kan ingezet worden. Wij denken hierbij aan het gebruik van hakselaars. Het hakselhout kan dan verkocht worden.
- Circulaire economie. Het stadsbestuur van Deinze zet zich in voor een circulaire economie door maximaal maar veilig hergebruik van materialen te bevorderen, onder andere via kringloopwinkels, repair-cafés en het collectief ter beschikking stellen van uitleenmateriaal. Om deze initiatieven te promoten, worden ze onder de rubriek economie op de website geplaatst in plaats van onder afval. Als voorbeeld streeft de stad ernaar om zelf circulair te worden. Bij grote aankoop- en renovatieprojecten worden circulaire principes geïntegreerd in de bestekken, waarbij de stad betaalt voor een dienst in plaats van een product. Dit moedigt bedrijven aan om duurzame materialen te gebruiken, bijvoorbeeld door te betalen voor verlichtingsdiensten in plaats van lampen aan te schaffen.
- Coöperatieve economie. Wij steunen coöperatieve burgerinitiatieven inzake energie, windmolens, gezamenlijke aankoop van bv. zonnepanelen, mazout, hout, elektrische fietsen….. We denken hierbij aan een project “zonnige daken”, waarbij mensen, organisaties of verenigingen hun dak ter beschikking stellen. Ze verhuren een zonnige plek. Een EVBA investeert in zonnepanelen en op die manier wordt er groene stroom geproduceerd tegen een scherpe prijs.
- Een lerende economie. Ondernemers kunnen zelf een belangrijke rol spelen om wetenschappelijke en technologische competenties bij te brengen bij jongeren. Hiervoor kan een verdere samenwerking met de scholen structureel uitgebouwd worden.
- Een horecabeleid. Een goed horecabeleid is essentieel voor de versterking van het sociale weefsel. Het moet de ambitie zijn van een horecabeleid om horecaondernemers te ondersteunen, hen te helpen, alsook te stimuleren tot innovatie, creativiteit en kwaliteit. We stellen nieuwe accenten in het horecabeleid voor, met duurzame toekomstperspectieven voor een kwalitatieve horeca. We bekijken om evenementen nog gelijkmatiger te spreiden over de stad, zodat de verschillende horecazaken hiervan kunnen genieten. We stimuleren meer samenwerking tussen handel en horeca, en tussen horecazaken onderling. Meer samenwerking met andere sectoren en diensten, zoals toerisme, sport, cultuur, … geeft de horeca een boost.
- Werkbare jobs. In Deinze richten we ons op het vergroten van werkgelegenheid, vooral voor groepen met hardnekkige werkloosheid. We bieden trajecten aan zoals vrijwilligerswerk, wijkwerken, tijdelijke werkervaring en sociale economie. Dit stimuleert niet alleen de lokale economie, maar biedt ook kansen aan kansengroepen binnen het reguliere arbeidscircuit en ondersteunt maatwerkbedrijven volledig.
- Waardering voor onbetaald werk. Het blijft belangrijk om ook onbetaald werk te waarderen. Werken in het huishouden, zorgen voor kinderen, vrijwilligerswerk, mantelzorg: ook dat houdt onze economie en onze samenleving draaiende.
- Strijd tegen discriminatie. Alle vormen van discriminatie op de arbeidsmarkt pakken we aan, want ze verhinderen dat mensen met talent hun plek vinden.
- Sociale clausules. In de gemeentelijke overheidsopdrachten worden sociale clausules opgenomen, zodat bedrijven die de opdracht binnenhalen, verplicht zijn om mensen uit kansengroepen aan te werven.

Veiligheid
We zetten in op een veilige en toegankelijke openbare ruimte voor iedereen, met een integraal veiligheidsbeleid dat verder gaat dan enkel wetshandhaving en ook aandacht heeft voor preventie en de oorzaken van criminaliteit, zoals sociaal-economische ongelijkheid.
We ondersteunen buurtinitiatieven, versterken de rol van de politie in de gemeenschap en zorgen voor een verantwoorde inzet van technologie zoals camerabewaking.
Daarnaast willen we het gebruik van GAS-boetes kritisch evalueren en de cruciale rol van brandweervrijwilligers blijven versterken. Ons doel is een rechtvaardige en betrokken samenleving waarin iedereen zich veilig voelt.
- Veilige openbare ruimte. We zetten maximaal in op een veilige openbare ruimte die voor iedereen toegankelijk is, en een verkeer waarin iedereen zich veilig en vrij kan bewegen. Veiligheid is meer dan handhaven van de wet. Wij kiezen voor een integraal veiligheidsbeleid , dat niet alleen politie en justitie omvat, maar ook aandacht heeft voor preventie en de socio-economische factoren die criminaliteit in de hand werken.
- Sterk veiligheidsbeleid. Socio-economische achterstelling en sociale ongelijkheid zorgen ervoor dat mensen gemakkelijker in de criminaliteit verzeilen. Om criminaliteit tegen te gaan, is daarom een ketenaanpak essentieel. Elk deel van de ketting moet structureel sterk zijn: preventie, politiediensten, justitie, strafuitvoering en de re-integratie van veroordeelden. Ook buurtinitiatieven, jeugdbeleid, sport en onderwijs maken dus deel uit van een integraal veiligheidsbeleid.
- Preventie. Wij willen lokaal een beleid voeren om te voorkomen dat mensen in criminaliteit belanden. We moeten de diepere oorzaken van onveiligheid aanpakken, zoals ongelijkheid en armoede. We werken hiervoor samen met onderwijs, sport- en jeugdverenigingen, de huisartsen, opbouwwerkers. We gebruiken de kracht van de buurt om vorm te geven aan een preventief beleid. Buurtconflicten hebben een negatieve impact op het veiligheidsgevoel en de levenskwaliteit in een wijk. De meerderheid van deze conflicten zijn te wijten aan gebrekkige communicatie tussen buurtbewoners. Bij buurtbemiddeling leren conflicterende partijen met elkaar communiceren en samen op zoek gaan naar een duurzame oplossing.
- Buurtontmoetingsnetwerken. De buurtinformatienetwerken (BIN) zijn een uiting zijn van positief engagement van buurtbewoners en moet passen binnen een bredere buurtwerking. Dezelfde buurt kan een buurtontmoetingsnetwerk(BON)oprichten dat instaat voor de verwelkoming van nieuwe inwoners in de wijk. BIN’s mogen geen ongezonde vorm van sociale controle zijn, de privacy bedreigen of de verantwoordelijkheid voor onveiligheid afschuiven op de burger zelf. Veiligheids- en integratieprojecten worden in samenspraak met de buurtbewoners georganiseerd, maar niet zonder professionele leiding.
- Veilig uitgaan. Ook het uitgaan moet veilig kunnen gebeuren. Uitgaan moet plezant zijn. Helaas is het voor veel mensen niet veilig genoeg om zich echt vrijuit te kunnen amuseren. Grensoverschrijdend gedrag van alle soorten maakt het uitgaansleven kapot. Daarom zetten we in op bystander opleidingen. In zo’n trainingen maken we omstanders bewust van problematieken en leren ze in te grijpen.
- Veiligheidstoets. Daarnaast moeten mensen zich sociaal veilig voelen als ze zich in de openbare ruimte begeven. Bij grote projecten voorzien we steeds een veiligheidstoets bij het vergunnen. Dit zorgt voor betere projecten en een openbare ruimte met een groter veiligheidsgevoel.
- Een politie voor iedereen. Een inclusieve politie voor iedereen staat centraal in ons veiligheidsbeleid. De politie moet dicht bij de inwoners staan en een actieve rol spelen in de gemeenschap. We verbeteren de digitale toegankelijkheid van de politie, maar behouden ook de mogelijkheid om zonder afspraak persoonlijk langs te gaan. De wijkwerking wordt versterkt, met wijkagenten als herkenbare aanspreekpunten. We zorgen ervoor dat hun contactgegevens online beschikbaar zijn en stimuleren goede relaties met buurtbewoners, jeugdwerkinitiatieven, zorgverstrekkers en ondernemers in de wijk.
- Camerabewaking. We omarmen technologische vooruitgang, maar moeten erover waken dat die niet ten koste gaat van de democratische rechten en privacy van burgers. Elke inzet van technologie moet na verloop van tijd geëvalueerd worden. Als de inzet van camera’s of andere vormen van technologie niet blijkt bij te dragen aan meer veiligheid, moeten alternatieve middelen worden ingezet.
- De brandweer. Brandweervrijwilligers spelen een belangrijke rol. Het overgrote deel van het personeel bij onze brandweer bestaat uit vrijwilligers. De klimaatverandering leidt nu al tot meer extreem weer en natuurrampen. De nood aan extra ondersteuning zal zich bij de brandweer steeds meer laten voelen.
- GAS boetes. We willen het gebruik van GAS-boetes kritisch benaderen. Hoewel ze administratieve sancties mogelijk maken, zijn er verbeteringen nodig voor meer transparantie en rechtsbescherming. We pleiten voor extra waarborgen in de onafhankelijkheid van de sanctionerende ambtenaar, zoals specifieke regels voor benoeming, niet-afzetbaarheid, en voorwaarden bij bevordering, overplaatsing, opschorting of beëindiging van functies. Vanwege zorgen van het VN-Kinderrechtencomité beperken we het opleggen van GAS-boetes tot personen vanaf 16 jaar. Voor ambtenaren komt er een specifieke opleiding over omgang met minderjarigen. Tot slot introduceren we een verplicht rapportagesysteem om de toepassing van GAS-boetes grondig te evalueren.
- Interne noodplanning. We werken met een noodplanningsambtenaar die ervoor zorgt dat de stad zo goed mogelijk is voorbereid op noodsituaties en grote incidenten. Voorbeelden hiervan zijn een hevige brand, een overstroming, een ontploffing en noodweer.


Een zachte mobiliteit
We organiseren de mobiliteit in Deinze met duidelijke snelheidszones: 70 km/u buiten de bebouwde kom, 50 km/u binnen, en 30 km/u in kerngebieden. We verminderen files door in te zetten op openbaar vervoer, zachte mobiliteit, en vergroening. Sluipverkeer pakken we aan, en we streven naar een autoluw centrum met randparkings en park-and-bike-oplossingen.
In onze 15-minutenstad zijn alle voorzieningen op fiets- of wandelafstand. We verbeteren de veiligheid rond scholen, creëren veilige fietsroutes, en breiden trein- en busverbindingen uit. Autodelen en fietsdelen worden in elke deelgemeente gefaciliteerd. Ook vergroening en ontharding van straten en parkeerterreinen staan hoog op onze agenda.
Bij werken zorgen we voor veilige doorgangen voor voetgangers en fietsers.
Ons parkeerbeleid is transparant, met aandacht voor voldoende parkeerplaatsen, laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen, en gedeeld gebruik van parkeerplaatsen.
We kiezen voor straten en buurten op maat van mensen. Mobiliteit moet verbinden, ontmoeting aanmoedigen en voorrang geven aan bewoners en zacht weggebruik. De mens en niet de auto staan centraal in de openbare ruimte.
- Duidelijke indeling. We hanteren een duidelijke indeling voor de organisatie van onze mobiliteit in al onze deelgemeenten: buiten bebouwde kom 70, binnen bebouwde kom 50, kerngebied en fietszone 30, diepe kern en woonerf 20, voetgangerszone stapvoets. We streven buiten de bebouwde kom naar een maximale scheiding van fietsers en voertuigen op de rijweg. Hoe dieper in de kern, hoe meer we dus inzetten op de actieve weggebruikers en trager gemotoriseerd verkeer. Deze aanpak moet steeds afgestemd worden op welke soorten vervoer belangrijk zijn op elke locatie. Een aangepaste weginfrastructuur is hiervoor noodzakelijk, zodat de snelheid ook natuurlijk aanvoelt voor de bestuurder.
- Focus op verkeersleefbaarheid in al onze buurten. De files verminderen in Deinze en haar deelgemeenten vraagt een volledig omdenken van onze mobiliteit. Meer openbaar vervoer, meer zachte mobiliteit, meer ontharding en vergroening van het wegennet en focus op veilige en aangename buurten, zowel in het centrum van de stad als in de deelgemeenten. Bijkomende wegen zorgen steeds voor nog meer verkeer. Nieuwe wegkilometers zijn voor ons geen optie. Enkel waar dit na neutraal onderzoek en door de bewoners voldoende te betrekken positief blijkt zijn nieuwe wegen een optie. Zo is het een mogelijkheid om de Oude Brugsepoort en Schave te ontlasten door de Clemence Dosschelaan door te trekken tot aan de vaart. Ook is een ring door de Driespoort voor ons geen optie als de leefbaarheid niet kan worden gewaarborgd.
- Ontharding en vergroening. We streven naar maximale ontharding en vergroening van de straten, parkings en pleinen. Hierbij hanteren we de 3-30-300-regel (zie ‘Natuur en biodiversiteit’ puntje 6) om zo veel mogelijk bomen te planten en de verharde gebieden, zoals de invalswegen, de RAC-parking en de Markt, te vergroenen en om te vormen tot groene oases.
- Sluipverkeer tegengaan. Sommige straten die als doorgangsweg gebruikt worden door sluipverkeer moeten aangepast worden door verzinkbare paaltjes, asverschuivingen, snelheidsremmende maatregelen met meer groen. In sommige situaties is het onderbreken van de straat noodzakelijk of moet er meer controle gebeuren op het uitzonderlijk plaatselijk verkeer.
- Een autoluw centrum. Een autoluw maar bereikbaar centrum van Deinze met grote randparkings. Dat is volgens ons het enige haalbare scenario. Op de verschillende invalswegen werken we met intelligente verkeerslichten (IVRI). Op de randparkings werken we zoveel mogelijk met park + bike en pendelvervoer.
- De 15 minutenstad. De 15 minutenstad betekent dat bewoners op 15 minuten fietsen alle essentiële functies vinden: winkels, kantoren, scholen, gezondheidszorg, sport, cultuur en ontspanning. Daarvoor hebben we een zekere dichtheid nodig, anders worden de afstanden te groot en hebben we ook een mix van functies nodig. We ontwerpen buurten waarin iedereen op fiets- of wandelafstand toegang heeft tot basisvoorzieningen. Om zo’n buurt ook echt inclusief te maken, is het belangrijk dat we oog hebben voor betaalbaar wonen, dienstverlening op maat van iedereen en lokale werkgelegenheid.
- Wachttijdvoorspellers. Aan de verkeerslichten voorzien we wachttijdvoorspellers. We dringen erop aan dat de wachttijden voor actieve weggebruikers zo laag mogelijk zijn.
- STOP-principe. We passen het STOP-principe consequent toe. Dit betekent de volgorde: Stappers, Trappers, Openbaar vervoer en Privaat gemotoriseerd vervoer..
- Voetgangersvriendelijke stad.In ons voetgangersbeleid besteden we aandacht aan verschillende doelgroepen, zoals senioren, mensen met een beperking, ouders met een kinderwagen, jonge kinderen,… zowel op vlak van comfort, veiligheid maar ook belevingskwaliteit. Slechts 53% van de Deinzenaren is tevreden over de staat van onze voetpaden, dit kan echt beter. Goede voetpaden zijn voldoende breed, obstakelvrij, comfortabel, met voldoende rustpunten (zoals zitbanken) onderweg. Drempels voor rolstoelgebruikers en buggy’s worden weggewerkt. En voetpaden zijn netjes, uiteraard. Zebrapaden zijn goed zichtbaar en worden waar nodig driedimensionaal geschilderd, bijvoorbeeld in schoolomgevingen.
- De fiets op het goede spoor. Mengen of scheiden we het fietsverkeer? Alle wegen moeten veilige fietswegen zijn. We zorgen voor de veiligste fietsoplossing in elke situatie, voor alle types fietsers. De veiligste fietsoplossing wordt bepaald in functie van de verkeerssnelheid, het verkeersvolume en de breedte van de weg, bvb. een duurzame oplossing voor het fietspad tussen Vosselare en Landegem moet dringend aangepakt worden. Als de snelheid en/of de intensiteit van het gemotoriseerd verkeer te hoog ligt, is een apart fietspad een must. Maar in woongebied is ‘fix the mix’ vaak een perfecte keuze: gemengd verkeer, met nadruk op de actieve weggebruiker. We zorgen voor goed uitgedachte fietsstraten met eenduidige signalering.
- Overdekte en veilige fietsenstallingen. Inwoners moeten hun fiets op een goede en veilige manier kunnen stallen. We investeren daarom maximaal in nieuwe en overdekte fietsenstallingen, die aangepast zijn aan hedendaags fietsgebruik en bijvoorbeeld voorzien zijn van elektrische oplaadpunten en voldoende plaats voor bakfietsen. We voorzien nog bijkomende buurtfietsenstallingen waar daar behoefte aan is, zoals aan bushaltes, hoppinpunten, appartementsgebouwen, wijken,…
- Veilige schoolomgevingen. Amper 45% van de Deinzenaren vindt de weg naar de scholen veilig, dat cijfer moet omhoog! Elk kind verdient het om veilig naar school te fietsen.We besteden bijzondere aandacht aan de omgeving rond de scholen en de weg van en naar de scholen. Heel wat schoolomgevingen hebben nood aan een grondige en verkeersveilige herinrichting. We sensibiliseren autobestuurders door aan elke school een snelheidsbord te plaatsen dat aangeeft of je te snel rijdt. Daar waar het mogelijk is, voorzien we een half uur (rond de start en het einde van de schooldag) geen doorgaand verkeer aan de schoolomgeving.
- Pendelvervoer. We onderzoeken samen met bedrijven en andere organisaties de mogelijkheden voor pendelvervoer van de E17 en E40 (carpoolparkings) naar de centra Deinze en Nevele voor het woon-werkverkeer. (Elektrische) pendelbussen van stadscentrum naar deelgemeenten en stations. We bekijken ook de mogelijkheid van een wandelbus.
- Treinverbindingen. We blijven ijveren voor meer en beter openbaar vervoer voor een vlotte en regelmatige verbinding van de verschillende deelgemeenten van en naar het centrum van Deinze. Deinze heeft drie stations (Hansbeke, Landegem en Deinze), maar die worden niet ten volle benut en zouden een frequenter aanbod moeten krijgen richting Gent, Brugge en Kortrijk. Ofwel door een gelijkmatigere spreiding, ofwel met extra verbindingen, om zo minstens één trein te krijgen om de 20 minuten.
- Aandacht voor de bus. De busverbindingen moeten niet afgebouwd, maar uitgebreid worden om meer mensen het openbaar vervoer te laten gebruiken. We voorzien waar mogelijk ook een busstrook. Het kernnet heeft best elk halfuur een bus met latere uren, zeker in het weekend. De verbindende streeklijnen rijden de hele dag door en niet enkel tijdens schooluren. Bijvoorbeeld willen we bus 85 (Deinze-Leerne-Nevele) doortrekken naar Landegem. Zo creëren we een buslijn die een groot deel van het grondgebied verbindt, alsook verbinding tussen de 2 grootste stations in groot Deinze.
- Duidelijke afspraken bij werken. Bij werken mogen voet- en fietspaden niet zomaar afgesloten worden. Werken krijgen enkel een vergunning als ze eerst zorgen voor veilig voetgangers- en fietsverkeer langs de werken. Bordjes “voetgangers hier oversteken” behoren voortaan tot het verleden. Als het voetpad ingenomen wordt voor werken, dan moet een deel van de weg afgebakend worden voor de voetgangers en voor fietspaden.
- Conflictvrije situaties. We zorgen voor zo weinig mogelijk conflict tussen actieve weggebruikers en gemotoriseerd autoverkeer. Bij grote kruispunten wordt waar mogelijk “vierkant groen” toegepast waarbij enkel actieve weggebruikers kunnen oversteken. Zo komen ze niet in conflict met gemotoriseerd verkeer.
- Delen is het nieuwe hebben. Wij willen autodelen verder stimuleren en ook nieuwe vormen van de deeleconomie stimuleren, zoals het delen van fietsen, fietskarren, bakfietsen, scootmobielen, elektrische fietsen, 3-wielige fietsen… We nemen iedereen mee en voorzien ook deelbuggy’s en deelrolstoelen. Wij gaan volop voor carpoolparkings en standplaatsen voor deelwagens, waar we ook voorzien in een divers aanbod van deelfietsen. Dit doen we in elke deelgemeente, nieuwe verkavelingen en bij alle knooppunten voor openbaar vervoer. Voor mensen met een laag inkomen verlagen we de instapkosten.
- Meldpunt verkeersonveiligheid. We richten een fysiek en digitaal meldpunt op rond verkeersveiligheid waar inwoners onveilige verkeerssituaties kunnen aangeven. Ook de fietsersbond en de voetgangersbeweging willen we hier in betrekken als extra hulp om de verkeersveiligheid te verbeteren.
- Parkeerbeleid. We streven naar een transparant parkeerbeleid met duidelijke zones. Gratis parkeerplaatsen aan de rand van de stad blijven we uitbreiden, zoals bij de Brielpoort waar we ook schaduwplekken voorzien. Langparkeren kan hier plaatsvinden, terwijl kortparkeren en betalend parkeren dichter bij handelszaken mogelijk is. We hanteren uniforme tarieven in het centrum voor een helder beleid dat bijdraagt aan betere bereikbaarheid en een aangenamere leefomgeving voor iedereen. Er komt specifieke aandacht voor voldoende parkeergelegenheid voor kortparkeren, mensen met een beperking en senioren. Daarnaast verkennen we mogelijkheden voor gedeeld gebruik van parkeerplaatsen, bijvoorbeeld door ‘s avonds parkeerruimte van supermarkten beschikbaar te stellen aan bewoners, sportfaciliteiten, avondscholen, enzovoort.
- Laadpalenplan. De nood aan laadpalen voor elektrische wagens zal de komende jaren sterk groeien. We kiezen bij voorkeur voor collectieve oplossingen, om overlast door laadkabels op het voetpad te voorkomen. We ontmoedigen via parkeertarieven ‘laadpaal kleven’, waarbij wagens na het laden de rest van de dag op de laadplaats geparkeerd blijven staan.



Openbare voorzieningen
We maken Deinze gezinsvriendelijk door openbare gebouwen uit te rusten met luiertafels, borstvoedingsplekken en speelhoeken. Bij evenementen is kinderopvang aanwezig, en het stadscentrum wordt kindvriendelijk ingericht.
Daarnaast streven we naar een plasplan met minimaal één toegankelijk toilet per deelgemeente, ondersteund door samenwerking met de NMBS en horeca.
Om verkoeling te bieden tijdens hittegolven, creëren we veilige zwemplekken in open water. We zorgen voor integrale toegankelijkheid in de stad, met aandacht voor veilige wandel- en fietspaden, openbare toiletten, en toegankelijke openbare diensten en gebouwen.
Verder voorzien we drinkwaterfonteintjes op publieke locaties en stellen we gedeelde binnenruimtes open voor activiteiten zoals spelletjes, studeren, en muziek oefenen.
- Gezinsvriendelijke openbare gebouwen. In openbare gebouwen zijn gezinsvriendelijke elementen aanwezig, zoals luiertafels, borstvoedingsvriendelijke plaatsen en speelhoeken. Bij evenementen die door het lokaal bestuur georganiseerd worden, is er kinderopvang aanwezig. Het stadscentrum wordt kindvriendelijk ingericht.
- Plasplan. We streven naar een echt plasplan voor Deinze, zodat niemand zich belemmerd voelt om een wandeling te maken naar een van de mooie plekjes in onze stad. We streven naar minimaal 1 publiek toegankelijk toilet per deelgemeente. Op de website en in alle toeristische publicaties voorzien we een link naar het plasplan waar duidelijk vermeld is waar (en wanneer) men naar het toilet kan gaan. Toiletten zijn rolstoeltoegankelijk. We werken hiervoor samen met de NMBS en de horeca en bekijken welke stadsgebouwen publiek toegankelijk kunnen gemaakt worden.
- Openwaterzwemmen. Steeds vaker worden we geconfronteerd met hittegolven. Daarom is er steeds meer nood aan verkoeling. We creëren ruimte voor openwaterzwemmen in onze gemeente, mits die zwemplekken voldoende veilig en kwaliteitsvol zijn. We denken hierbij aan: het eilandje in Merendree, de oude Leiearm in Grammene, de Leiedam in Deinze centrum.
- Integrale toegankelijkheid. Door in te zetten op integrale toegankelijkheid worden drempels weggenomen en kan iedereen zich zelfstandig, veilig en comfortabel in zijn of haar leefomgeving bewegen. We focussen op voldoende openbare toiletten, rustplekken, veilige wandel- en fietspaden, leesbare weginrichting, veilige oversteekplaatsen, goede verlichting, en laagdrempelig bereikbare openbare diensten en politie. Bij openbaar vervoerhaltes moeten alle obstakels worden verwijderd voor mensen met een beperking en ouderen. Alle openbare gebouwen moeten maximaal toegankelijk zijn, en nieuwe sociale woningen worden ontworpen met aandacht voor toegankelijkheid, terwijl bestaande woningen waar mogelijk worden aangepast.
- Drinkwaterfonteintjes. We voorzien een netwerk van drinkwaterfonteintjes. Op publieke evenementen voorzien we kraantjeswater.
- Gedeelde binnenruimtes. We stellen een aantal ruimte open om bv. gezelschapsspelletjes te spelen, te studeren, een instrument te oefenen in samenwerking met verenigingen, academie, bibliotheek, … met sociale controle en maximale vrije toegankelijkheid. Niet iedereen kan dit thuis organiseren of zal zich aansluiten bij een vereniging.

