Thema IV: Klimaat en Milieu

De klimaatcrisis is een van de grootste uitdagingen van onze tijd. We kijken aan tegen grote klimaatveranderingen, waar de meest kwetsbare mensen de grootste slachtoffers van zijn. Dat maakt dat de klimaattransitie een sociale kwestie is. Arme gezinnen zijn meest gebaat bij een transitie, want zij dragen nu de zwaarste lasten. Bovendien hebben zij niet de middelen om te investeren in klimaatneutrale woningen.

Er is geen tijd meer en er zijn grote omwentelingen nodig op korte termijn. Dat gaat zowel over de manier waarop we met onze natuur omgaan, onze manier van produceren, aan landbouw doen en consumeren.

Groen & Vooruit zetten in op een leefbare en duurzame toekomst, waarin mens en natuur in harmonie samenleven. We kiezen hierbij voor een aanpak die sociaal rechtvaardig is.

Door te investeren in hernieuwbare energie, groene mobiliteit en circulaire economie, willen we een gezonde leefomgeving creëren voor huidige en toekomstige generaties.

Ja! Voor een stad met grote klimaatambities die sociaal rechtvaardig worden uitgevoerd.

Thema IV: Klimaat en Milieu

Klimaatplannen

Groen & Vooruit wil een duurzamere toekomst door ons in te zetten voor het Burgemeestersconvenant, waarmee we de uitstoot van broeikasgassen in Deinze willen terugdringen. Dit wereldwijde initiatief richt zich op zowel klimaatmitigatie als klimaatadaptatie.
We streven ernaar de uitstoot van CO₂ tegen 2030 met 40% te verminderen en tegen 2050 klimaatneutraal te zijn. Terwijl we bij huishoudens een dalende trend zien, is er bij bedrijven nog een stijging van de uitstoot.
We bereiden Deinze voor op extreme weersomstandigheden zoals hitte en wateroverlast. Transparante communicatie over ons lokaal klimaatplan is essentieel om de bevolking goed geïnformeerd te houden.

  1. Burgemeestersconvenant. Met het Burgemeestersconvenant engageren we ons om de uitstoot van broeikasgassen op ons grondgebied fors terug te dringen. Dit is niet de ambitie van de stad Deinze alleen, maar het is een wereldwijde engagementsverklaring van lokale besturen. Met het plan zetten we in op klimaatmitigatie en klimaatadaptatie. Bij de huishoudens in Deinze zien we nu al een dalende trend bij de CO² uitstoot, deze trend is er echter niet bij de bedrijven. Daar neemt de uitstoot van CO² nog toe. 
  2. Klimaatmitigatie. De ambities zijn duidelijk: we verminderen de uitstoot van broeikasgassen op ons grondgebied tegen 2030 met 40%, om uiteindelijk in 2050 klimaatneutraal te zijn.
  3. Klimaatadaptatie. We bereiden Deinze voor op extreme weersomstandigheden zoals hitte, droogte, wateroverlast en stormweer.
  4. Communicatie. Het is belangrijk dat het lokaal klimaatplan op een transparante wijze wordt gerapporteerd aan de bevolking.

Natuur en biodiversiteit

Samen bouwen we aan een groenere stad door te investeren in grote natuurgebieden en ecologische netwerken, jaarlijks extra natuur te creëren, en de 3-30-300 regel toe te passen voor betere toegankelijkheid van groen.
We vergroenen de kern van de stad met groendaken en gevelgroen, ondersteunen straattuinen, en bevorderen biodiversiteit met zadenbib en avontuurlijk speelgroen.
Ons bomenplan en digitale bomenkaart zorgen voor een doordachte aanpak van boombeheer en aanplant, terwijl we ons richten op inheemse soorten en het beheer van exotische planten.
We blijven samenwerken met natuurverenigingen en bieden ondersteuning voor kleine landschapselementen, groene speelplaatsen en natuurbegraafplaatsen.

  1. Ruimtelijk groen via een meerjareninvesteringsplan. Dit wordt uitgewerkt samen met de plaatselijke natuurverenigingen, de verenigingen van landbouwers, de middenveldorganisaties, de grote landeigenaars en de plaatselijke bevolking. We trekken volop de kaart van de grote natuurgebieden die onze stad rijk is. Daarom willen we dat de stad investeert in een aantal grote groenpolen en de verbindingen tussen die groenpolen : Stadsbos Deinze, Leiearm en kasteelsite Vosselareput/Ooidonk, Leiearm Grammene, vallei van de Zeverenbeek, valleigebied langs het Schipdonkkanaal, vallei van de Oude Kale, parkgebied rond het kasteel van Hansbeke en vallei van het Vaardeken.
  2. Natuurnetwerk. Er is nood aan een natuurnetwerk dat maximaal verbonden is met grote natuurkernen van topnatuur en kleinere natuurclusters en ecologische verbindingen daartussen. 
  3. Natuurgebieden. We blijven subsidies voorzien voor de aankoop, inrichting en beheer van natuurgebieden en werken hiervoor samen met Natuurpunt en betrekken de landbouwers. 
  4. Natuur creëren. We willen jaarlijks per inwoner minstens 1 m² natuurgebied bij creëren.
  5. Natuur voor iedereen. Samen met de partners zorgt de stad ervoor dat de natuur bereikbaar is voor iedereen. Er worden speelbossen voorzien en zachte recreatie wordt aangemoedigd. Maar er wordt ook voorzien in natuur voor de natuur: niet elk natuurgebied hoeft volledig vrij toegankelijk te zijn.
  6. 3-30-300 vuistregel. Nu woont iets meer dan de helft van de inwoners op 800m afstand van wijkgroen, dat is minder dan het gemiddelde in Vlaanderen. Wij zetten daarom in op de 3-30-300 regel. ‘3’ staat daarbij voor drie bomen van behoorlijke omvang zichtbaar vanuit huis of werkplek; ‘30’ voor een minimum van 30 procent boomkruinoppervlakte van de wijk, en ‘300’ voor een grote openbare groene plaats van 1 hectare op 300 meter van elke woning. We zetten daarbij maximaal in op toekomstbomen, die de ruimte krijgen om te groeien en vooral voor voldoende schaduw zorgen. Daar waar de ruimte beperkt is, openen we de mogelijkheid om straatbomen dichter dan 3 m bij de gevels aan te planten. We kiezen voor boomsoorten met meerwaarde voor de biodiversiteit. Zo verankeren we groen overal, en brengen we de positieve effecten van natuur dicht bij de mensen. 
  7. Natuur in de kern van de stad. We vergroenen gebouwen met groendaken en gevelgroen voor isolatie, verkoeling en buffering. We schaffen de aanvraagplicht voor geveltuinen af als er voldoende ruimte is op het trottoir. We voorzien subsidies voor hagen en gevelgroen.
  8. Straattuin. We ondersteunen inwoners die van hun straat een straattuin willen maken. Zij kunnen hiervoor rekenen op een wijkbudget. Een straattuin betekent ontharden en vergroenen. Onnodige parkeervakken worden opgeofferd voor groen. Een karrenspoor kan volstaan i.p.v. een volledig verharde weg. Op die manier kan het water ook beter in de grond sijpelen. Een straattuin kan nog gezelliger gemaakt worden met groenslingers boven de straat.
  9. Zadenbib. We voorzien een zadenbib, die gratis zaden heeft. In ruil daarvoor kan de ontlener zelf zaden oogsten en deze terugbrengen. Zo wordt de zadenbib steeds groter en het aanbod gevarieerder.
  10. Groene speelplaatsen. De stad ondersteunt scholen om hun speelplaats vorm te geven met speelgroen. De gemeentescholen nemen hier het voortouw.
  11. Avontuurlijk speelgroen. Op nieuwe speelplekken hoeven geen peperdure speeltuintoestellen te staan, maar we zetten in op avontuurlijk speelgroen.
  12. Kleine landschapselementen. Onze regio wordt gekenmerkt door knotwilgen, hagen, houtkanten en poelen. We blijven subsidies geven voor het aanleggen en onderhouden van deze kleine landschapselementen.
  13. Samen natuur maken. We werken heel nauw samen met alle natuurverenigingen die Deinze rijk is en besteden daarbij bijzondere aandacht aan onze jongste inwoners.
  14. Bomenplan. Bomen buiten bosverband, in straten, in tuinen en op dreven worden momenteel veel te gemakkelijk gekapt. Terwijl volwassen, grote bomen juist zorgen voor de meeste verkoeling, koolstofopvang, luchtfiltering en wateropvang. Wij kiezen daarom voor een goed doordacht bomenplan. Een bomenplan = bomeninventaris + bomenbeleidsplan + boombeheerplan.
  15. Bomenambitie. We vervangen 1 gevelde boom door drie nieuw aangeplante bomen (zowel privaat als openbaar).
  16. Digitale bomenkaart. Om de vergroening verder te zetten gebruiken we een digitale bomenkaart. Dit is een meldpunt voor locaties waar bomen kunnen komen. Inwoners kunnen hier zelf aanduiden op welke plaats in de gemeente er een mogelijkheid is om een of meerdere bomen aan te planten. 
  17. Inheemse bomen en struiken. Naast bomen, planten we ook struiken aan, deze trekken extra vogels en andere dieren aan. We planten enkel inheemse bomen en struiken aan die de biodiversiteit stimuleren. Zonder een rijke biodiversiteit, is onze natuur niet veerkrachtig. Natuur die bestaat uit een beperkt aantal soorten is dus veel meer vatbaar voor de gevolgen van klimaatverandering, zoals hitte, droogte, wateroverlast, ziektes of invasieve uitheemse soorten.
  18. Groenbeheer. Het groenbeheer wordt getoetst aan biodiversiteitswinst. We voorzien voldoende vorming en opleiding voor het groenpersoneel om hieraan uitvoering te geven. We snoeien de hagen en de bomen in de gemeente enkel wanneer dat nodig is.
  19. Het maaibeheer. Het maaibeheer is zorgvuldig opgebouwd zodat het praktische gebruik en de ecologische waarde met elkaar verzoend worden. Kort gemaaid gras heeft een recreatieve functie. Het is aangewezen voor plekken waar kinderen spelen, mensen picknicken, …. Daar waar de recreatieve functie niet aanwezig is, zetten we in op bloemenrijke graslanden en bermen.
  20. Aanpak exotische planten. We zoeken naar manieren om exotische planten zoals de Japanse Duizendknoop aan te pakken.
  21. Natuurbegraafplaats. Op de nieuwe site in Bachte is plaats voor een natuurbegraafplaats. We voorzien daar ook een Monument, als rouw- en herdenkingsplek.
  22. Jacht op dieren. De jacht op dieren kan enkel in functie van natuurbeheermaatregelen en op manieren die dierenleed maximaal voorkomen. Recreatieve jacht moet verboden worden. Jagen op soorten die met uitsterven bedreigd zijn, zoals patrijzen, is absurd. Ook het jagen op vossen, konijnen en hazen moet verboden worden.

Waterbeleid en ontharding

Wij gaan voor een stad die slim omgaat met water en voorbereid is op de klimaatuitdagingen van morgen. Regenwater laten we niet langer verloren gaan: we plaatsen slimme regentonnen en promoten waterneutrale wijken, waar hemelwater wordt hergebruikt of in de bodem infiltreert. Zo verlagen we niet alleen de waterfactuur, maar zorgen we ook voor minder waterverspilling.
Tegen 2027 willen we dat 95% van de huishoudens aangesloten is op het rioleringsnetwerk en nemen we tegelijk stappen om onze rivieren en beken te herstellen. Openbare ruimtes, zoals parken en pleinen, maken we weerbaarder door ze te veranderen in ‘sponslandschappen’ die water opvangen en droogte of overstromingen helpen voorkomen. Bij de heraanleg van straten en pleinen zetten we in op 30% ontharding en geven we ruimte terug aan groen en water.

We stimuleren ook de ontharding van private gronden door subsidies en begeleiding. Een onthardingsmanager zal inwoners ondersteunen bij het vergroenen van hun omgeving.

  1. Maximaal gebruik van regenwater. Het regent vaak in ons land, maar met dat water doen we te weinig. We houden het regenwater zoveel mogelijk ter plaatse, om te hergebruiken of te infiltreren. We plaatsen slimme regentonnen in onze gemeente en delen gratis regenwatertonnen uit voor wie wil. Met het opgespaarde water kunnen inwoners hun waterfactuur verlagen. Nieuwe verkavelingen moeten voldoen aan de waterneutrale wijk: hemelwater wordt er ofwel gebruikt ofwel geïnfiltreerd in de bodem binnen de wijk.
  2. Rioleringen. De stad zet in op actief rioleringsbeheer en zet een tandje bij om de doelstelling van de Europese kaderichtlijn water te halen: tegen 2027 is 95% van de gezinnen aangesloten op het rioleringsnetwerk. We hebben hier nog wat werk voor de boeg, momenteel zijn slechts 78,3% van de gezinnen aangesloten. Een straat wordt enkel vernieuwd als de riolering tegelijkertijd aangepakt wordt.
  3. Bufferen van water. Door slimme (her-)aanleg van openbare domeinen met overstromingszones, wadi’s, bufferbekkens en grachten, creëren we buffers. Bij de aanleg van straten of pleinen bekijken we of de riolering ontkoppeld kan worden, zodat het regenwater via wadi’s kan insijpelen in de grond.
  4. Rivierherstelplan. Deinze wordt doorkruist door de Leie en het Schipdonkkanaal. We pleiten voor een waterretentie in de stroomopwaartse delen van de Leievallei en een snelle uitvoering van het rivierherstelplan.
  5. Sponslandschappen. Water wordt nog vaak te snel afgevoerd, terwijl we net ‘sponslandschappen’ nodig hebben om droogte- en overstromingsproblematieken tegen te gaan. We maken van onze parken en groene open ruimtes supersponzen die water absorberen, ook bij extreme neerslag.
  6. Ontharden van straten en pleinen. Bij de heraanleg van straten en pleinen stellen we ons tot doel om 30% te ontharden. Verkavelingswegen zijn nu vaak te breed en zo maken we plaats voor speelgroen, waterbuffering en robuuste plantsoenen. Er wordt actief gezocht naar plaatsen waar ontharding mogelijk is, zoals parkings, de Markt, …
  7. Ontharden van private gronden. We stimuleren de ontharding van private gronden door een subsidiesysteem voor ingrijpende ontharding.
  8. Onthardingsmanager. We stellen een onthardingsmanager aan die onderzoekt waar er best onthard kan worden en inwoners kan begeleiden bij het ontharden van private gronden.
💦 Iedereen weet dat we verstandig moeten omgaan met ons water. Regentonnen die regenwater opvangen van daken van huizen, garages of serres, milderen de effecten van de droge periodes die we meemaken. Zo kunnen we het gebruik van leidingwater beperken! ⛪️ Ook grote gebouwen zoals kerken, hebben ruime daken die ons hierbij kunnen helpen. Aan de watertap kunnen omwonenden het opgevangen regenwater aftappen voor onder meer gebruik in hun tuinen. Letterlijk 'hemels water' 😊!

Landbouw en voeding

We willen de landbouw toekomstgericht maken met een focus op duurzaamheid en lokale productie. Boeren krijgen ondersteuning in hun transitie naar duurzame landbouwmethoden en we bevorderen samenwerking tussen landbouwers en natuurverenigingen voor gemeenschappelijk voordeel, zoals dieren laten grazen in natuurgebieden.
Daarnaast zetten we in op korte ketens om voedsel direct van boer naar bord te brengen, met eerlijke prijzen en minder voedselkilometers. Voedselzekerheid is cruciaal; we versterken initiatieven voor voedseloverschotten en zorgen dat iedereen toegang heeft tot gezond eten.

Deinze wordt een eetbare stad, met stadsmoestuinen, pluktuinen en boerenmarkten. Ook promoten we plantaardige voeding en belonen we initiatieven die inzetten op vegetarische, vegan en biologische producten.

  1. Duurzame landbouw. We willen lokaal de boeren ondersteunen om de transitie te maken naar duurzame landbouwvormen. Dit kan o.a. door steun te geven aan de teelt van diepwortelende gewassen, meer mengteelt, ruimere rotaties en de keuze voor meerjarige teelten in die rotaties.
  2. Een landbouwinclusief natuurbeheer. We zetten op hetterrein in op de dialoog tussen landbouwers en natuurpunt. Samen onderzoeken we wat de mogelijkheden zijn op het terrein voor medegebruik door actieve landbouwers in natuurgebied. De samenwerking tussen natuur en landbouw kan een hefboom zijn voor de verduurzaming van het landbouwbedrijf. Runderen of schapen die grazen in natuurgebied of instaan voor het maaien van natuurweiden, zorgen dat de landbouwer zo minder kosten heeft voor de aankoop van ruwvoer. 
  3. Transitie naar agro-ecologische productie. Een agro-ecologisch voedselsysteem streeft naar een rechtvaardige prijs voor de hele keten, ook voor de boer. Agro-ecologie streeft ook naar een actieve consument die zich bewust is van het belang van een gezonde, milieuvriendelijke voeding. Er zijn al een aantal initiatieven in Deinze, maar zo’n transitie kost tijd en vraagt ondersteuning van de landbouwers.
  4. Korte keten. De Deinzenaar eet weinig lokaal gekweekte groenten en fruit. Daar willen we verandering in brengen. We kiezen voor duurzame voeding, voor een nabij en zelfvoorzienend voedselsysteem: een korte afstand tussen producent en consument. We ondersteunen lokale en duurzame voedselproductie door meer in te zetten op de duurzame korte keten. Van de speciaalzaak om de hoek tot de boerderij aan de rand van de stad. Kortere voedselketens zorgen voor minder voedselkilometers, een eerlijke prijs voor de producent en ze vergroten het voedselbewustzijn bij de klanten.
  5. Voedselzekerheid voor iedereen. Mensen moeten zelf voldoende middelen hebben om zich te voeden en mogen daarvoor niet afhankelijk zijn van liefdadigheid. De realiteit leert ons dat dit momenteel niet het geval is. De VZW contactcentrum en Welzijnsschakels werken met veel vrijwilligers om mensen van voedselpakketten te voorzien. De voedselbanken in onze stad krijgen het steeds moeilijker om producten aangeleverd te krijgen. We zetten daarom in op het delen van voedsel en het sociaal inzetten van voedseloverschotten van de lokale warenhuizen, buurtwinkels en bedrijven. 
  6. Voedseloverschotten. Op de website van de stad is er plaats om nakende voedseloverschotten aan te kondigen. Dat kan gaan om een misoogst of een onvoorzien te grote oogst. Hiervoor kan een eerlijke prijs betaald worden.
  7. Een eetbare stad. We zetten in op mogelijke vormen van stadslandbouw. Een eetbare stad met buurtboomgaarden, pluktuinen en plukroutes door de wijk, stadsmoestuinen, samentuinen, daktuinen, voedselbossen.
  8. Boerenmarkten. We stimuleren de organisatie van boerenmarkten zoals in Landegem. Om de attractiviteit van deze markten te vergroten, voorzien we hierbij ook randactiviteiten. 
  9. Plantaardige voeding stimuleren. Verenigingen die een vegetarisch en/of vegan aanbod hebben tijdens eetfestijnen of feestjes, worden beloond. Degenen die biologische plantaardige voeding gebruiken, ontvangen extra beloningen. Traiteurs en eetgelegenheden die voornamelijk vegetarische en/of veganistische gerechten aanbieden, krijgen extra aandacht op onze website. Degenen die met biologische voeding werken, worden extra aangemoedigd, waarbij we de bevolking uitleggen dat dit bijdraagt aan een beter milieu. Daarnaast promoten we vegetarisch en veganistisch eten met campagnes zoals de Veggie Challenge. Ook organisatoren van festivals worden aangemoedigd om een veganistisch aanbod te voorzien.

Dierenwelzijn

We erkennen de positieve invloed van huisdieren, vooral bij het bestrijden van eenzaamheid, en ondersteunen mensen in kwetsbare situaties met hulp voor dierenartskosten en voeding. Elke deelgemeente krijgt een hondenspeelweide, met aparte zones voor grote en kleine honden, evenals hondenzwemvijvers en speeltuinen.
We blijven het steriliseren en chippen van katten stimuleren en ondersteunen projecten voor verwilderde katten. We voorzien een dierenbegraafplaats en onderzoeken de mogelijkheid van een lokaal dierenasiel. Dieren in nood krijgen bescherming via dierenexperts bij de hulpdiensten.

Vleermuizen en egels krijgen veilige schuilplaatsen, en privétuinen worden niet langer automatisch jachtgebied. We treden hard op tegen dierenmishandeling.

  1. De waarde van huisdieren. Huisdieren hebben een positief effect op mensen, kunnen therapeutisch zijn en een hulp tegen vereenzaming. We willen daarom mensen met een sociale kwetsbaarheid steunen met een tegemoetkoming bij noodzakelijke dierenartskosten en kosten voor voeding.
  2. Hondenspeelweide. Iedere deelgemeente krijgt een hondenspeelweide met 2 afgescheiden pleinen voor grote en kleine honden. We zetten in op diverse vormen van speelweiden, zoals echte hondenspeeltuinen en hondenzwemvijvers. 
  3. Verzorging van katten. We blijven inzetten op sterilisatie/castratie en chippen van katten. Projecten waarbij verwilderde huiskatten worden gevangen, gecastreerd en teruggeplaatst, krijgen financiële ondersteuning.
  4. Dierenbegraafplaats. Op de nieuwe begraafplaats in Bachte maken we plaats voor een deel dierenbegraafplaats.
  5. Dierenasiel. We werken nu samen met het dierenasiel in Zwevegem en er zijn particuliere opvangmogelijkheden voor dieren. We onderzoeken de haalbaarheid om in Deinze met een eigen dierenasiel te werken.
  6. Dieren in nood. Bij de nooddiensten is er een dierenexpert, die dieren in nood kan herkennen, alsook gevaren kan inschatten en weet hoe dieren te benaderen
  7. Schuilplaatsen voor dieren. In iedere deelgemeente voorzien we een schuilplaats voor vleermuizen, zoals in het stadsbos. We stellen egelhuisjes ter beschikking in een rustige natuurlijke omgeving. Wie een egel vindt, kan die naar een egelhuisje brengen.
  8. Jachtgebied. Privétuinen en gemeentelijke gronden worden niet meer automatisch geregistreerd als jachtgebied, zodat de burger niet meer zelf de moeite moet doen om zijn kavel op te zoeken en uit het register uit te schrijven.
  9. Strijd tegen dierenmishandeling. Het welzijn van veel dieren komt nog te vaak in gevaar door de manier waarop ze worden gefokt, verhandeld, gehouden of gedood. Waar mensen dieren mishandelen of verwaarlozen moeten we kordaat ingrijpen.

Energie

We streven naar klimaatneutraliteit voor gemeentelijke diensten en wagenpark tegen 2030 en bieden inwoners gratis energieadvies en mogelijkheden voor samenaankopen. We stimuleren energiebesparing bij scholen en jeugdlokalen, en verminderen nachtelijke verlichting om rust te waarborgen en energie te besparen.
We investeren in LED-verlichting en lokale zonne-energie, met als doel om meer daken te voorzien van zonnepanelen. Ons gemeentelijk windplan zorgt voor participatie bij windenergieprojecten, terwijl het warmtezoneringsplan duurzame warmte- en koeltenetten ontwikkelt.
We ondersteunen geen fossiele industrie en creëren een eigen groene energiecoöperatie om lokaal duurzame energie te bevorderen.

  1. Klimaatneutrale gemeentelijke diensten. We voeren binnen de stad een energiezuinig beleid met als ambitieus doel om binnen de eigen gemeentelijke diensten, het gemeentelijk patrimonium en het gemeentelijk wagenpark tegen 2030 volledig klimaatneutraal te zijn.
  2. Samenaankopen voor inwoners. Uit het energiezuinig maken van private gebouwen valt heel wat klimaatwinst te halen. Concreet stellen we dat Deinze investeert in gratis advies aan burgers en het organiseren van samenaankopen.
  3. Jonge energiebespaarders. We geven financiële steun voor energiebesparingswerken aan scholen, jeugdlokalen en buitenschoolse kinderopvang, gekoppeld aan sensibilisering bij de kinderen. De gemeentescholen die de energiefactuur omlaag krijgen, mogen de opbrengst houden en besteden aan eigen projecten.
  4. Beperkte verlichting ‘s nachts. Iedereen heeft het recht op ontspanning, op goede nachtrust. Verlichting die ‘s nachts aan blijft, stoort niet alleen het slaapritme van mensen, maar ook dat van dieren. Bovendien blijkt dat de verlichting ‘s nachts doven voor minder inbraken zorgt. Winkels, industriezones en openbare gebouwen moedigen we aan om ‘s nachts de lichten te doven. Op een aantal punten waar verlichting nodig is omwille van bijvoorbeeld de (verkeers)veiligheid blijft de verlichting aan of voorzien we verlichting via sensoren. We gaan hierover in overleg met de buurt.
  5. LED. Wij gaan overal voor LED-verlichting, die veel minder stroom verbruikt, minder CO² uitstoot en minder kost. De verlichting wordt duurzamer en licht wordt daarbij niet meer als een product bekeken, maar als een dienst. We investeren in slimme lichtsystemen die de passanten volgen of die oplichten bij beweging. Inwoners, bedrijven en overheidsdiensten worden betrokken bij het lichtplan, zodat de impact zo groot mogelijk is.
  6. Zonne-energie. Deinze beperkt zich niet tot de aankoop van 100% (echt) groene stroom, maar zet in op lokale, gedecentraliseerde productie- en distributie van hernieuwbare energie.  We geven als stad zelf het goede voorbeeld door zonnedaken en andere kleinschalige productie te installeren in en op het volledige eigen patrimonium. Er zijn nog veel potentiële daken in Deinze waar zonnepanelen een plek kunnen krijgen. momenteel is slecht 6,3% van de bruikbare daken uitgerust met zonnepanelen.
  7. Gemeentelijk windplan. Deinze zet in op een constructieve en participatieve aanpak voor windenergieprojecten. Samenwerking met de burgers – maar ook met de provincie en/of intergemeentelijke structuren en de natuurverenigingen. We bekijken met hen de optimale locaties voor windenergie en leggen die vast in een gemeentelijk windplan, gebruikmakend van de windgids Vlaanderen. We leggen bij nieuwe windenergieprojecten coöperatieve voorwaarden op, inclusief investeringen in landschapsinrichting. Zo is er meer inspraak van de lokale bevolking en worden aangereikte problemen opgelost, suggesties bekeken en alternatieven onderzocht. Dat leidt tot meer projecten, met een breder maatschappelijk draagvlak, die beter aansluiten op de lokale noden en gevoeligheden.
  8. Warmtezoneringsplan. Waar de schaal van de wijk of het bedrijventerrein het toelaat, werken we met warmte- en koeltenetten op basis van alternatieve warmtebronnen. Daarvoor hebben we een warmtezoneringsplan nodig. Dat plan geeft aan in welke wijken er warmtenetten (kunnen) komen en waar mensen zelf voor hun verwarmingssysteem moeten instaan. Woningen die verder afgelegen zijn zullen nooit kunnen aansluiten. Om het systeem sociaal rechtvaardig te houden is het belangrijk om met prijsvorken te werken.
  9. Geen steun aan de fossiele industrie. Deinze investeert niet in fondsen die investeren in de fossiele industrie en stelt een ethische code op voor toekomstige investeringen.
  10. De Deinse energiecoöperatie. We kiezen voor een eigen coöperatie voor groene energie, zowel voor windmolens als voor zonnepanelen.
Wat Ja! Voor Deinze! betreft, zouden alle stadsdiensten het goede voorbeeld moeten geven: Ja! Voor hernieuwbare energie en Ja! Voor klimaatneutraliteit!

Afval

We moedigen handelaars aan om plastic verpakkingen te vermijden en ondersteunen initiatieven zoals bulkverkoop en statiegeldflessen.
Thuiscomposteren
en een GFT-ophaling met tarief op basis van gewicht worden gestimuleerd, met gerecycleerde compostbakken van de stad.
We bieden verenigingen herbruikbare bekers aan en streven naar een balans tussen toegankelijkheid en kosten bij ons recyclagepark, waarbij we afvalscheiding belonen. We voeren een integraal zwerfvuilbeleid, met preventie, handhaving en sensibilisering. Ondergrondse vuilnisbakken worden geplaatst in drukke gebieden, en plogging-initiatieven worden beloond.

  1. Geen plastic verpakkingen. We dagen onze handelaars uit om plastic verpakkingen te weren. Winkels die droogwaren in bulk verkopen en werken met statiegeldflessen worden aangemoedigd met financiële tegemoetkoming.
  2. Thuiscomposteren en GFT-ophaling. De hoeveelheid tuin- en keukenafval in het restafval verminderen is een belangrijke doelstelling. We zetten in op thuiscomposteren en een GFT-ophaling aan huis met een gedifferentieerd tarief. De kost van de afvalophaling wordt bepaald door het gewicht. Er worden via de stad gerecycleerde compostbakken aangeboden.
  3. Composteringswerking. Er wordt een composteringswerking aangeboden door de stad bijvoorbeeld in de Brielmeersen waarbij mensen zelf hun groenafval kunnen aanbieden. Eventueel kan op bepaalde dagen in deelgemeenten voor een bepaald tijdstip een compostcontainer geplaatst worden met een compostmeester die uitleg kan geven. Wijken die aan wijkcompostering doen met vrijwilligers die als compostmeester fungeren, worden blijvend ondersteund.
  4. Herbruikbare bekers. Verenigingen kunnen herbruikbare bekers ontlenen via de stad.
  5. Recyclagepark. Het is belangrijk een balans te vinden tussen toegankelijkheid van het recyclagepark en het principe “de vervuiler betaalt”. We moeten mensen stimuleren om hun afval op een verantwoorde manier te beheren en te verminderen. Tegelijk stimuleren we het hergebruik en de recyclage en willen we inwoners die hun afval sorteren daar ook voor belonen. We vragen dus een eerlijke bijdrage om de kosten te dekken. Dit draagt bij aan een duurzame samenleving en helpt de stad om haar milieudoelstellingen te bereiken. 
  6. Zwerfvuilbeleid. We zetten in op een schone en duurzame leefomgeving. Zwerfvuil hoort daar niet bij. Wij kiezen voor een integrale aanpak, van preventie tot handhaving. We moedigen lokale actoren aan om minder wegwerpverpakkingen te gebruiken, zorgen voor logisch geplaatste vuilnisbakken, veegacties, algemene openbare netheid, algemene communicatie over het afvalbeleid en doelplaatsgerichte communicatie. We sensibiliseren de bevolking en moedigen ze aan om hun verantwoordelijkheid te nemen en milieuvriendelijke keuzes te maken. Sanctioneren is het sluitstuk van ons beleid. 
  7. Vuilnisbakken. Het is belangrijk dat vuilnisbakken overal hetzelfde zijn. Zo zijn ze meteen herkenbaar in het straatbeeld en dan kunnen ook overal de juiste vuilniszakken gebruikt worden, op maat van de vuilnisbak.
  8. Ondergrondse vuilnisbakken. We willen ondergrondse vuilnisbakken plaatsen bij appartementsblokken en in drukke buurten waar mensen weinig ruimte hebben om hun afval op te slaan. Deze bakken helpen om afval netjes te verzamelen en voorkomen overvolle vuilniszakken op straat. Dit zorgt voor een schonere, geurvrije omgeving. De ondergrondse vuilnisbakken worden zo geplaatst dat bewoners hun afval gemakkelijk kwijt kunnen. Zo verbeteren we de leefbaarheid in onze stad. We onderzoeken of er een ander betalingssysteem mogelijk is dan nu het geval is.
  9. Ploggen. We belonen de vrijwilligers die ploggen voor de stad en zo afval opruimen. We denken hierbij aan al onze inwoners die via Mooimakers of op een andere manier bijdragen aan de strijd tegen afval. Die mensen kunnen ook de pijnpunten aanbrengen en zo kan in gesprek gegaan worden met mogelijke vervuilers. We stimuleren (jeugd)verenigingen die zwerfvuilacties organiseren en bieden hen aangepast materiaal aan + gratis toegang voor dit opgehaald materiaal op het containerpark.