Natuur en biodiversiteit

Samen bouwen we aan een groenere stad door te investeren in grote natuurgebieden en ecologische netwerken, jaarlijks extra natuur te creëren, en de 3-30-300 regel toe te passen voor betere toegankelijkheid van groen.
We vergroenen de kern van de stad met groendaken en gevelgroen, ondersteunen straattuinen, en bevorderen biodiversiteit met zadenbib en avontuurlijk speelgroen.
Ons bomenplan en digitale bomenkaart zorgen voor een doordachte aanpak van boombeheer en aanplant, terwijl we ons richten op inheemse soorten en het beheer van exotische planten.
We blijven samenwerken met natuurverenigingen en bieden ondersteuning voor kleine landschapselementen, groene speelplaatsen en natuurbegraafplaatsen.

  1. Ruimtelijk groen via een meerjareninvesteringsplan. Dit wordt uitgewerkt samen met de plaatselijke natuurverenigingen, de verenigingen van landbouwers, de middenveldorganisaties, de grote landeigenaars en de plaatselijke bevolking. We trekken volop de kaart van de grote natuurgebieden die onze stad rijk is. Daarom willen we dat de stad investeert in een aantal grote groenpolen en de verbindingen tussen die groenpolen : Stadsbos Deinze, Leiearm en kasteelsite Vosselareput/Ooidonk, Leiearm Grammene, vallei van de Zeverenbeek, valleigebied langs het Schipdonkkanaal, vallei van de Oude Kale, parkgebied rond het kasteel van Hansbeke en vallei van het Vaardeken.
  2. Natuurnetwerk. Er is nood aan een natuurnetwerk dat maximaal verbonden is met grote natuurkernen van topnatuur en kleinere natuurclusters en ecologische verbindingen daartussen. 
  3. Natuurgebieden. We blijven subsidies voorzien voor de aankoop, inrichting en beheer van natuurgebieden en werken hiervoor samen met Natuurpunt en betrekken de landbouwers. 
  4. Natuur creëren. We willen jaarlijks per inwoner minstens 1 m² natuurgebied bij creëren.
  5. Natuur voor iedereen. Samen met de partners zorgt de stad ervoor dat de natuur bereikbaar is voor iedereen. Er worden speelbossen voorzien en zachte recreatie wordt aangemoedigd. Maar er wordt ook voorzien in natuur voor de natuur: niet elk natuurgebied hoeft volledig vrij toegankelijk te zijn.
  6. 3-30-300 vuistregel. Nu woont iets meer dan de helft van de inwoners op 800m afstand van wijkgroen, dat is minder dan het gemiddelde in Vlaanderen. Wij zetten daarom in op de 3-30-300 regel. ‘3’ staat daarbij voor drie bomen van behoorlijke omvang zichtbaar vanuit huis of werkplek; ‘30’ voor een minimum van 30 procent boomkruinoppervlakte van de wijk, en ‘300’ voor een grote openbare groene plaats van 1 hectare op 300 meter van elke woning. We zetten daarbij maximaal in op toekomstbomen, die de ruimte krijgen om te groeien en vooral voor voldoende schaduw zorgen. Daar waar de ruimte beperkt is, openen we de mogelijkheid om straatbomen dichter dan 3 m bij de gevels aan te planten. We kiezen voor boomsoorten met meerwaarde voor de biodiversiteit. Zo verankeren we groen overal, en brengen we de positieve effecten van natuur dicht bij de mensen. 
  7. Natuur in de kern van de stad. We vergroenen gebouwen met groendaken en gevelgroen voor isolatie, verkoeling en buffering. We schaffen de aanvraagplicht voor geveltuinen af als er voldoende ruimte is op het trottoir. We voorzien subsidies voor hagen en gevelgroen.
  8. Straattuin. We ondersteunen inwoners die van hun straat een straattuin willen maken. Zij kunnen hiervoor rekenen op een wijkbudget. Een straattuin betekent ontharden en vergroenen. Onnodige parkeervakken worden opgeofferd voor groen. Een karrenspoor kan volstaan i.p.v. een volledig verharde weg. Op die manier kan het water ook beter in de grond sijpelen. Een straattuin kan nog gezelliger gemaakt worden met groenslingers boven de straat.
  9. Zadenbib. We voorzien een zadenbib, die gratis zaden heeft. In ruil daarvoor kan de ontlener zelf zaden oogsten en deze terugbrengen. Zo wordt de zadenbib steeds groter en het aanbod gevarieerder.
  10. Groene speelplaatsen. De stad ondersteunt scholen om hun speelplaats vorm te geven met speelgroen. De gemeentescholen nemen hier het voortouw.
  11. Avontuurlijk speelgroen. Op nieuwe speelplekken hoeven geen peperdure speeltuintoestellen te staan, maar we zetten in op avontuurlijk speelgroen.
  12. Kleine landschapselementen. Onze regio wordt gekenmerkt door knotwilgen, hagen, houtkanten en poelen. We blijven subsidies geven voor het aanleggen en onderhouden van deze kleine landschapselementen.
  13. Samen natuur maken. We werken heel nauw samen met alle natuurverenigingen die Deinze rijk is en besteden daarbij bijzondere aandacht aan onze jongste inwoners.
  14. Bomenplan. Bomen buiten bosverband, in straten, in tuinen en op dreven worden momenteel veel te gemakkelijk gekapt. Terwijl volwassen, grote bomen juist zorgen voor de meeste verkoeling, koolstofopvang, luchtfiltering en wateropvang. Wij kiezen daarom voor een goed doordacht bomenplan. Een bomenplan = bomeninventaris + bomenbeleidsplan + boombeheerplan.
  15. Bomenambitie. We vervangen 1 gevelde boom door drie nieuw aangeplante bomen (zowel privaat als openbaar).
  16. Digitale bomenkaart. Om de vergroening verder te zetten gebruiken we een digitale bomenkaart. Dit is een meldpunt voor locaties waar bomen kunnen komen. Inwoners kunnen hier zelf aanduiden op welke plaats in de gemeente er een mogelijkheid is om een of meerdere bomen aan te planten. 
  17. Inheemse bomen en struiken. Naast bomen, planten we ook struiken aan, deze trekken extra vogels en andere dieren aan. We planten enkel inheemse bomen en struiken aan die de biodiversiteit stimuleren. Zonder een rijke biodiversiteit, is onze natuur niet veerkrachtig. Natuur die bestaat uit een beperkt aantal soorten is dus veel meer vatbaar voor de gevolgen van klimaatverandering, zoals hitte, droogte, wateroverlast, ziektes of invasieve uitheemse soorten.
  18. Groenbeheer. Het groenbeheer wordt getoetst aan biodiversiteitswinst. We voorzien voldoende vorming en opleiding voor het groenpersoneel om hieraan uitvoering te geven. We snoeien de hagen en de bomen in de gemeente enkel wanneer dat nodig is.
  19. Het maaibeheer. Het maaibeheer is zorgvuldig opgebouwd zodat het praktische gebruik en de ecologische waarde met elkaar verzoend worden. Kort gemaaid gras heeft een recreatieve functie. Het is aangewezen voor plekken waar kinderen spelen, mensen picknicken, …. Daar waar de recreatieve functie niet aanwezig is, zetten we in op bloemenrijke graslanden en bermen.
  20. Aanpak exotische planten. We zoeken naar manieren om exotische planten zoals de Japanse Duizendknoop aan te pakken.
  21. Natuurbegraafplaats. Op de nieuwe site in Bachte is plaats voor een natuurbegraafplaats. We voorzien daar ook een Monument, als rouw- en herdenkingsplek.
  22. Jacht op dieren. De jacht op dieren kan enkel in functie van natuurbeheermaatregelen en op manieren die dierenleed maximaal voorkomen. Recreatieve jacht moet verboden worden. Jagen op soorten die met uitsterven bedreigd zijn, zoals patrijzen, is absurd. Ook het jagen op vossen, konijnen en hazen moet verboden worden.