vrijdag, 8 november 2024

Een zachte mobiliteit

We organiseren de mobiliteit in Deinze met duidelijke snelheidszones: 70 km/u buiten de bebouwde kom, 50 km/u binnen, en 30 km/u in kerngebieden. We verminderen files door in te zetten op openbaar vervoer, zachte mobiliteit, en vergroening. Sluipverkeer pakken we aan, en we streven naar een autoluw centrum met randparkings en park-and-bike-oplossingen.
In onze 15-minutenstad zijn alle voorzieningen op fiets- of wandelafstand. We verbeteren de veiligheid rond scholen, creëren veilige fietsroutes, en breiden trein- en busverbindingen uit. Autodelen en fietsdelen worden in elke deelgemeente gefaciliteerd. Ook vergroening en ontharding van straten en parkeerterreinen staan hoog op onze agenda.
Bij werken zorgen we voor veilige doorgangen voor voetgangers en fietsers.
Ons parkeerbeleid is transparant, met aandacht voor voldoende parkeerplaatsen, laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen, en gedeeld gebruik van parkeerplaatsen.
We kiezen voor straten en buurten op maat van mensen. Mobiliteit moet verbinden, ontmoeting aanmoedigen en voorrang geven aan bewoners en zacht weggebruik. De mens en niet de auto staan centraal in de openbare ruimte.

  1. Duidelijke indeling. We hanteren een duidelijke indeling voor de organisatie van onze mobiliteit in al onze deelgemeenten: buiten bebouwde kom 70, binnen bebouwde kom 50, kerngebied en fietszone 30, diepe kern en woonerf 20, voetgangerszone stapvoets. We streven buiten de bebouwde kom naar een maximale scheiding van fietsers en voertuigen op de rijweg. Hoe dieper in de kern, hoe meer we dus inzetten op de actieve weggebruikers en trager gemotoriseerd verkeer. Deze aanpak moet steeds afgestemd worden op welke soorten vervoer belangrijk zijn op elke locatie. Een aangepaste weginfrastructuur is hiervoor noodzakelijk, zodat de snelheid ook natuurlijk aanvoelt voor de bestuurder. 
  2. Focus op verkeersleefbaarheid in al onze buurten. De files verminderen in Deinze en haar deelgemeenten vraagt een volledig omdenken van onze mobiliteit. Meer openbaar vervoer, meer zachte mobiliteit, meer ontharding en vergroening van het wegennet en focus op veilige en aangename buurten, zowel in het centrum van de stad als in de deelgemeenten. Bijkomende wegen zorgen steeds voor nog meer verkeer. Nieuwe wegkilometers zijn voor ons geen optie. Enkel waar dit na neutraal onderzoek en door de bewoners voldoende te betrekken positief blijkt zijn nieuwe wegen een optie. Zo is het een mogelijkheid om de Oude Brugsepoort en Schave te ontlasten door de Clemence Dosschelaan door te trekken tot aan de vaart. Ook is een ring door de Driespoort voor ons geen optie als de leefbaarheid niet kan worden gewaarborgd.
  3. Ontharding en vergroening. We streven naar maximale ontharding en vergroening van de straten, parkings en pleinen. Hierbij hanteren we de 3-30-300-regel (zie ‘Natuur en biodiversiteit’ puntje 6) om zo veel mogelijk bomen te planten en de verharde gebieden, zoals de invalswegen, de RAC-parking en de Markt, te vergroenen en om te vormen tot groene oases.
  4. Sluipverkeer tegengaan. Sommige straten die als doorgangsweg gebruikt worden door sluipverkeer moeten aangepast worden door verzinkbare paaltjes, asverschuivingen, snelheidsremmende maatregelen met meer groen. In sommige situaties is het onderbreken van de straat noodzakelijk of moet er meer controle gebeuren op het uitzonderlijk plaatselijk verkeer. 
  5. Een autoluw centrum. Een autoluw maar bereikbaar centrum van Deinze met grote randparkings. Dat is volgens ons het enige haalbare scenario. Op de verschillende invalswegen werken we met intelligente verkeerslichten (IVRI). Op de randparkings werken we zoveel mogelijk met park + bike en pendelvervoer.
  6. De 15 minutenstad. De 15 minutenstad betekent dat bewoners op 15 minuten fietsen alle essentiële functies vinden: winkels, kantoren, scholen, gezondheidszorg, sport, cultuur en ontspanning. Daarvoor hebben we een zekere dichtheid nodig, anders worden de afstanden te groot en hebben we ook een mix van functies nodig. We ontwerpen buurten waarin iedereen op fiets- of wandelafstand toegang heeft tot basisvoorzieningen. Om zo’n buurt ook echt inclusief te maken, is het belangrijk dat we oog hebben voor betaalbaar wonen, dienstverlening op maat van iedereen en lokale werkgelegenheid.
  7. Wachttijdvoorspellers. Aan de verkeerslichten voorzien we wachttijdvoorspellers. We dringen erop aan dat de wachttijden voor actieve weggebruikers zo laag mogelijk zijn. 
  8. STOP-principe. We passen het STOP-principe consequent toe. Dit betekent de volgorde: Stappers, Trappers, Openbaar vervoer en Privaat gemotoriseerd vervoer..
  9. Voetgangersvriendelijke stad.In ons voetgangersbeleid besteden we aandacht aan verschillende doelgroepen, zoals senioren, mensen met een beperking, ouders met een kinderwagen, jonge kinderen,… zowel op vlak van comfort, veiligheid maar ook belevingskwaliteit. Slechts 53% van de Deinzenaren is tevreden over de staat van onze voetpaden, dit kan echt beter. Goede voetpaden zijn voldoende breed, obstakelvrij, comfortabel, met voldoende rustpunten (zoals zitbanken) onderweg. Drempels voor rolstoelgebruikers en buggy’s worden weggewerkt. En voetpaden zijn netjes, uiteraard. Zebrapaden zijn goed zichtbaar en worden waar nodig driedimensionaal geschilderd, bijvoorbeeld in schoolomgevingen.
  10. De fiets op het goede spoor. Mengen of scheiden we het fietsverkeer? Alle wegen moeten veilige fietswegen zijn. We zorgen voor de veiligste fietsoplossing in elke situatie, voor alle types fietsers. De veiligste fietsoplossing wordt bepaald in functie van de verkeerssnelheid, het verkeersvolume en de breedte van de weg, bvb. een duurzame oplossing voor het fietspad tussen Vosselare en Landegem moet dringend aangepakt worden. Als de snelheid en/of de intensiteit van het gemotoriseerd verkeer te hoog ligt, is een apart fietspad een must. Maar in woongebied is ‘fix the mix’ vaak een perfecte keuze: gemengd verkeer, met nadruk op de actieve weggebruiker. We zorgen voor goed uitgedachte fietsstraten met eenduidige signalering.
  11. Overdekte en veilige fietsenstallingen. Inwoners moeten hun fiets op een goede en veilige manier kunnen stallen. We investeren daarom maximaal in nieuwe en overdekte fietsenstallingen, die aangepast zijn aan hedendaags fietsgebruik en bijvoorbeeld voorzien zijn van elektrische oplaadpunten en voldoende plaats voor bakfietsen. We voorzien nog bijkomende buurtfietsenstallingen waar daar behoefte aan is, zoals aan bushaltes, hoppinpunten, appartementsgebouwen, wijken,… 
  12. Veilige schoolomgevingen. Amper 45% van de Deinzenaren vindt de weg naar de scholen veilig, dat cijfer moet omhoog! Elk kind verdient het om veilig naar school te fietsen.We besteden bijzondere aandacht aan de omgeving rond de scholen en de weg van en naar de scholen. Heel wat schoolomgevingen hebben nood aan een grondige en verkeersveilige herinrichting. We sensibiliseren autobestuurders door aan elke school een snelheidsbord te plaatsen dat aangeeft of je te snel rijdt. Daar waar het mogelijk is, voorzien we een half uur (rond de start en het einde van de schooldag) geen doorgaand verkeer aan de schoolomgeving.
  13. Pendelvervoer. We onderzoeken samen met bedrijven en andere organisaties de mogelijkheden voor pendelvervoer van de E17 en E40 (carpoolparkings) naar de centra Deinze en Nevele voor het woon-werkverkeer. (Elektrische) pendelbussen van stadscentrum naar deelgemeenten en stations. We bekijken ook de mogelijkheid van een wandelbus.
  14. Treinverbindingen. We blijven ijveren voor meer en beter openbaar vervoer voor een vlotte en regelmatige verbinding van de verschillende deelgemeenten van en naar het centrum van Deinze. Deinze heeft drie stations (Hansbeke, Landegem en Deinze), maar die worden niet ten volle benut en zouden een frequenter aanbod moeten krijgen richting Gent, Brugge en Kortrijk. Ofwel door een gelijkmatigere spreiding, ofwel met extra verbindingen, om zo minstens één trein te krijgen om de 20 minuten.
  15. Aandacht voor de bus. De busverbindingen moeten niet afgebouwd, maar uitgebreid worden om meer mensen het openbaar vervoer te laten gebruiken. We voorzien waar mogelijk ook een busstrook. Het kernnet heeft best elk halfuur een bus met latere uren, zeker in het weekend. De verbindende streeklijnen rijden de hele dag door en niet enkel tijdens schooluren. Bijvoorbeeld willen we bus 85 (Deinze-Leerne-Nevele) doortrekken naar Landegem. Zo creëren we een buslijn die een groot deel van het grondgebied verbindt, alsook verbinding tussen de 2 grootste stations in groot Deinze. 
  16. Duidelijke afspraken bij werken. Bij werken mogen voet- en fietspaden niet zomaar afgesloten worden. Werken krijgen enkel een vergunning als ze eerst zorgen voor veilig voetgangers- en fietsverkeer langs de werken. Bordjes “voetgangers hier oversteken” behoren voortaan tot het verleden. Als het voetpad ingenomen wordt voor werken, dan moet een deel van de weg afgebakend worden voor de voetgangers en voor fietspaden.
  17. Conflictvrije situaties. We zorgen voor zo weinig mogelijk conflict tussen actieve weggebruikers en gemotoriseerd autoverkeer. Bij grote kruispunten wordt waar mogelijk “vierkant groen” toegepast waarbij enkel actieve weggebruikers kunnen oversteken. Zo komen ze niet in conflict met gemotoriseerd verkeer.
  18. Delen is het nieuwe hebben. Wij willen autodelen verder stimuleren en ook nieuwe vormen van de deeleconomie stimuleren, zoals het delen van fietsen, fietskarren, bakfietsen, scootmobielen, elektrische fietsen, 3-wielige fietsen… We nemen iedereen mee en voorzien ook deelbuggy’s en deelrolstoelen. Wij gaan volop voor carpoolparkings en standplaatsen voor deelwagens, waar we ook voorzien in een divers aanbod van deelfietsen. Dit doen we in elke deelgemeente, nieuwe verkavelingen en bij alle knooppunten voor openbaar vervoer. Voor mensen met een laag inkomen verlagen we de instapkosten. 
  19. Meldpunt verkeersonveiligheid. We richten een fysiek en digitaal meldpunt op rond verkeersveiligheid waar inwoners onveilige verkeerssituaties kunnen aangeven. Ook de fietsersbond en de voetgangersbeweging willen we hier in betrekken als extra hulp om de verkeersveiligheid te verbeteren.
  20. Parkeerbeleid. We streven naar een transparant parkeerbeleid met duidelijke zones. Gratis parkeerplaatsen aan de rand van de stad blijven we uitbreiden, zoals bij de Brielpoort waar we ook schaduwplekken voorzien. Langparkeren kan hier plaatsvinden, terwijl kortparkeren en betalend parkeren dichter bij handelszaken mogelijk is. We hanteren uniforme tarieven in het centrum voor een helder beleid dat bijdraagt aan betere bereikbaarheid en een aangenamere leefomgeving voor iedereen. Er komt specifieke aandacht voor voldoende parkeergelegenheid voor kortparkeren, mensen met een beperking en senioren. Daarnaast verkennen we mogelijkheden voor gedeeld gebruik van parkeerplaatsen, bijvoorbeeld door ‘s avonds parkeerruimte van supermarkten beschikbaar te stellen aan bewoners, sportfaciliteiten, avondscholen, enzovoort.
  21. Laadpalenplan. De nood aan laadpalen voor elektrische wagens zal de komende jaren sterk groeien. We kiezen bij voorkeur voor collectieve oplossingen, om overlast door laadkabels op het voetpad te voorkomen. We ontmoedigen via parkeertarieven ‘laadpaal kleven’, waarbij wagens na het laden de rest van de dag op de laadplaats geparkeerd blijven staan.